Ik heb een zus. Heel wat mensen in mijn omgeving hebben dat lange tijd niet geweten. Haar naam uitspreken heeft me heel wat tijd gekost en niet alleen mij, binnen ons kerngezin. Over het belang van traumaverwerking, als individu en als gezin...
Ik zei altijd dat ik 'enig kind' was. Nu zeg ik: "ik ben enig kind, maar dat was niet het plan, ik verloor mijn zus - Laure - toen ik acht was. Ze is nooit geboren"... Het uitspreken van die woorden, zorgt voor paniek en angst in de ogen van de andere partij... "Oh, jee, wat moet ik hier nu mee?!". We hebben het er nu eenmaal moeilijk mee, kinderen die sterven, miskramen, broertjes of zusjes die uit je leven verdwijnen, zonder dat je ze hebt mogen kennen... Het is een rauwe pijn die we niemand toewensen, het is tegennatuurlijk, het is taboe. Nagenoeg iedereen voelt het, of ze zelf kinderen hebben of niet.
Er wordt hard aan gewerkt, aan het doorbreken van het taboe rond miskramen, aan het geven van een plaats aan het verdriet,... fotoreportages, koesterdozen, en zelfs hele kleine maar oh zo belangrijke signalen zoals het vermelden van sterrenkindjes op kerstkaartjes. Dat is mooi, en nodig, om te vermijden dat de pijn een trauma wordt voor het ganse gezin. Mama en papa zien van het verlies af af, maar de andere kinderen in het gezin ook... In het geval van mijn gezin is het een onverwerkt trauma geweest, gedurende meer dan 30 jaar...
Ik schrijf dit omdat awareness zo belangrijk is, omdat openlijk spreken over wat ons pijn berokkent ons zal helpen in het omgaan met die pijn en anderen zal aanmoedigen om ook te spreken, wanneer ze dat wensen. Schaamte kan ons de diepte in sleuren. Iemand schreef me laatst dat mijn 'wijze woorden' voor haar een 'verschil' hebben gemaakt. Door dit onderwerp een beetje mee bespreekbaar te maken, hoop ik hierin ook mee het verschil te maken...
Het was de zomer van 1989, de exacte datum weet ik niet meer, maar het was warm, mooi weer en ik speelde in de tuin met m'n driejarige nichtje, thuis bij m'n tante en nonkel. Het is een van de weinige herinneringen die ik heb uit deze periode. Ze staat me zo helder voor de geest, ik kan ze zo oproepen en het verdriet voelen in elke vezel van m'n lichaam: we staan in het deurgat van de tuindeur, mijn papa draagt me in z'n armen, ik heb mijn armen om zijn hals geslagen en hartstochtelijk wenend kijk ik naar m'n kleine nichtje en zeg: 'het baby'tje is dood.' Het voelt zo onrechtvaardig dat het die dag goed weer was want op dat moment pakten de wolken zich samen boven ons gezin, en ze zouden nooit meer helemaal wegtrekken. Vanaf dan werd er voor altijd een licht gedoofd in onze harten en onze ogen.
Het 'baby'tje' waarover ik sprak, is Laure, mijn zusje. Lange tijd heeft niemand haar naam uit kunnen spreken zonder een krop in de keel en tranen die in de ogen sprongen. Mijn vader kan het nog steeds niet.
Laure kwam er nogal onverwachts, toen mijn ouders de hoop op een tweede kindje eigenlijk hadden opgegeven. Ze was heel erg welkom, ook bij mij als grote zus van bijna acht. Ik keek zo uit naar haar komst, ik mocht mee naar de echo's, ik wilde geen aparte kamer voor ons want wij zouden onze kamer delen. Op reis in Italië die zomer, tijdens mijn mama's zwangerschap, gingen we op zoek naar originele doopsuikerverpakking. Roberta, de dame in de lederwinkel in het dorpje waar we steeds logeerden vroeg of ze meter mocht worden... We waren een gelukkig gezin dat op uitbreiden stond.
Aan het einde van die zomer kwam er echter een abrupt einde aan dat geluk... mijn mama voelde Laure al even niet meer, ze ging binnen voor onderzoek en mijn zusje in haar buik bleek dood. Laure moet 7,5 maand geweest zijn ongeveer. De dikke buik van mijn mama, de uiting van het geluk, bleek geen leven meer te dragen...
Wat nu volgt, is wat men me verteld heeft. Er werd geprobeerd 'de vrucht' (ja, maak het vooral niet te menselijk - dat helpt bij de verwerking, NOT!) natuurlijk af te drijven. Dat werkte niet en dus ging mijn mama binnen voor een 'curettage' (het reinigen van de baarmoeder). En toen ging het mis: mijn mama's baarmoeder scheurde, ze verloor heel veel bloed en haast haar leven. Ze kroop door het oog van de naald. Er werd vermoed dat de scheur het gevolg was van de slecht uitgevoerde keizersnede waarmee ik ter wereld kwam (hallo, secundair schuldgevoel...). Met zekerheid zal ik het nooit weten, de gynaecoloog die mama begeleidde, is reeds jaren overleden aan kanker...
Zelf heb ik een black-out van die periode, een zeer normale reactie op zeer pijnlijke gebeurtenissen, las ik jaren later. Ik weet alleen dat het logeerbed bij m'n oma werd opgemaakt voor mij, en dat mijn papa in het ziekenhuis bij mijn mama bleef. Er werd gepraat, maar niet met mij. Er werd gefluisterd en er werden droeve blikken uitgewisseld.
En dan een volgende herinnering: ik sta als schattig meisje van acht bij de verpleegsters met een doosje pralines ter bedanking en mag mijn mama voor het eerst zien na de levensreddende ingreep. Mijn mama had een grote plakker op haar schouder met een katheter. Het heeft jaren geduurd alvorens het litteken van die katheter vervaagde, mama verfoeide het...
Een andere flard die ik me herinner is mijn mama, op het ziekenhuisbed, die heel hard huilt en mijn papa smeekt om haar toch eens vast te pakken. Mijn papa die machinaal reikt en over mijn mama's schouder een hulpeloos hoofdschuddend naar me kijkt met een blik 'Wat moet ik hier nu mee?...'.
Meer weet ik niet van de pijn, en meer pijn heb ik ook niet gevoeld... In tegendeel, daarna brak een periode aan die ik best fijn vond en als rustig ervoer: mijn mama bleef thuis om te herstellen. Ik werd 's middags opgehaald van school om thuis te eten, en ik kon dat alleen maar leuk vinden want ik kon zo meer tijd doorbrengen met m'n mama.
Na de fysieke herstelperiode ging mama 'gewoon' terug aan het werk. Over de mentale impact werd niet gesproken, noch nagedacht. Nog wat pilletjes om de stuwing tegen te gaan en 'hup met de geit'. Het was nog de tijd van 'vrouwen verliezen kinderen, dat is nu eenmaal zo.' Over naar familie dus...
Alleen... die familie was beschadigd voor het leven...
Toen mijn mama uit het ziekenhuis kwam, bleek mijn vader alle babyspulletjes weggegooid te hebben, alles weg in een grote zwarte plastic vuilniszak, om toch maar geen emoties op te roepen... Hij regelde de begrafenis, woonde die in z'n eentje bij, koos een zerk. Hij deed alles om de pijn weg te houden bij mijn mama. Er waren administratieve zaken die misliepen waardoor mijn ouders toch weer geconfronteerd werden met het verlies... Maar alles werd eraan gedaan om maar niet aan Laure te denken. Ze werd gedehumaniseerd door over haar te spreken als 'het kleintje'. Ze werd een taboe, iets wat gelijk stond aan pijn en pijn is slecht, dus werd zij is 'slechts', een boze herinnering...
Mijn ouders groeiden in de jaren na Laures' dood uit elkaar, dat ze ieder een eigen manier hadden om met het verlies om te gaan, heeft hier ongetwijfeld een rol in gespeeld. Jarenlang ging mijn mama alleen naar Laures graf. Mijn papa is, bij mijn weten, nooit geweest. Maar ik denk wel dat hij stiekem toch wel eens ging.
Het heeft bij mij best lang geduurd voor ik die stap kon zetten. Ik wist gewoon niet wat ik ermee moest, maar op een goeie dag ging ik toch mee en het deed me deugd, het was een eerste stap in de erkenning van het bestaan van Laure. Mijn mama had een hibiscusboompje op het graf geplant, een loteling van mijn grootvaders struik. Ik zag het haar deugd deed daar te zijn en dus deed het mij deugd.
Jammer genoeg bestaat het graf van Laure ondertussen niet meer... Door een administratieve dwaling werd het een jaar te vroeg weggehaald (hoe vreemd is het eigenlijk dat voor kindergraven dezelfde regels gelden als voor volwassenen?). Er is dus niks meer om naartoe te gaan. Het enige tastbare bewijs van haar bestaan, zijn een paar vroege echo's waar je niks van kan maken...
Afgelopen kerst gaf ik mijn mama een hanger met drie naamplaatjes: Laure, mijn dochtertje en mezelf. Zo heeft ze toch iets van Laure en is ze dicht bij mama's hart, samen met ons. We hebben afgesproken dat, als haar ooit iets overkomt, ik die hanger zal blijven dragen. Het was een belangrijke erkenning van haar bestaan, dat ze een deel vormt van ons gezin. Ik spreek nu ook over 'tante Laure' tegen mijn dochtertje...
In diezelfde periode liet ik een tattoo zetten en Laure maakt er deel van uit: als een roodborstje dat naar een sterretje bij de maan kijkt. Waarom een roodborstje? In de jaren na het verlies van Laure, merkte ik als kind steeds vaker roodborstjes op in onze tuin. Ze bleven heel stil en lang, met een bedachtzame blik, naar me zitten kijken. Het leek alsof ze me iets wilden zeggen, en ik begon hen te zien als de manifestatie van mijn zusje... Het heeft me geholpen om met haar te praten, het was mijn geheel eigen manier om haar deel uit te laten maken van mijn leven.
De grootste verwerking voor ons hele gezin kwam er toen ik zwanger was. De angst van mijn ouders dat er iets mis zou gaan, was heel aanwezig, op allerlei manieren. Gelukkig verliep alles goed, beviel ik zonder problemen, en de geboorte van mijn dochtertje zorgde ervoor dat een deel van het trauma dat als pakijs jarenlang ons verdriet vasthield, verschoof en smolt...
De boodschap die ik hier wil meegeven, is dat trauma wegstoppen tot etterende wonden lijdt en gezinnen uit elkaar rijt. Het was pas toen we het bestaan van Laure begonnen te erkennen, we de pijn konden gaan verwerken... De moeilijkheid schuilt erin dat ieder een eigen manier heeft om die pijn te verwerken en dat je dreigt elkaar niet meer te begrijpen door de overweldigende emoties die met zo'n verlies gepaard gaan.
En daarom is verbinding zo belangrijk. Wéten dat je ergens terecht kan, als je er behoefte aan hebt...
Komentarze