Gisteren, in een aflevering van Blokken op Eén, werd een fragmentje gedraaid van André Hazes Jr. - Leef. Mini-Me ging helemaal uit de bol: handjes in de lucht, zwaaien, schuifelen op haar stoel ... ze produceerde zelfs geluidjes die me doen vermoeden dat ze dit nummer niet voor de eerste keer hoorde. Alleen, dat zal dan toch niet bij mij thuis geweest zijn ... Moet ik de crèche ervan verdenken om schlagermuziek te draaien tijdens het muziekuurtje?!
Schlagermuziek, not really my cup of tea. Rock, gothic, hard metal, pop, Vlaamse kleinkunst, golden oldies, trip & hip hop, R 'n B, ... al wat je wilt, maar geen hoempapa-hoempapa muziek met banale teksten. Ieder luistert naar wat ie wil, maar deze beker laat ik aan me voorbij gaan. Ook al omdat ik niet al te veel bekers ledig en een goeie portie alcohol al wel eens wil helpen om de nodige reserves over boord te gooien.
Maar er is toch één schlagernummer waaraan ik gehecht ben en dat ik uit volle borst meezing als het passeert ... Omdat het me instant terugvoert naar een plek in mijn kindertijd: café de 10 Lindekes, op de hoek van de Doornstraat en de Kerkeveldstraat in Wilrijk.
Ondertussen heet het er al jaren brasserie de Lindekes en heb ik er nog amper een stap binnen gezet. Je kan er goed eten, naar het schijnt, en er is een groot mooi terras.
Toen ik er kwam, als kind met mijn vader, was het het soort café waar het behang (of wat er nog van over was) volledig bruin was van de nicotine (een bruiner dan bruin café). Er hing een geur die je nu nog nauwelijks ruikt: bier, sigaretten, zweet, stof, biljartkrijt en vocht. En er speelden hoofdzakelijk golden oldies zoals het smachtende 'Oh Carol' (Oh Carol, I am but a fool. Darling, I love you, though you treat me cruel ... - Geef toe, als je het kent, heb je stiekem meegezongen) van Neil Sedaka of 'Diana' van Paul Anka, nog zo'n meebleiter (jongere generatie één adres: YouTube). En af en toe werd er al eens een danske geplaceerd, ondermeer door mijn ouders ...
Op de vloer lagen zwart-witte tegels, half verzakt en veelal gebarsten. In het midden stond een biljart (drieband - voor de kenners) met erboven een bord 'niet masseren' (wat ik als kind niet goed begreep, want wie geeft er nu massages op een biljart?!) en een lichtje eronder dat brandde om het laken warm te houden (nog zo iets geks - een enorme chauffe-plat zoals bij de Chinees?!). En als er niet gespeeld werd, was het lichtje uit en lag er een hoes in namaakleer over de biljarttafel.
Langs de muren stonden banken, in groen sky. Die plakten aan je billen als je in de zomer een rokje aan had en dan deed het pijn om je billen los te trekken. En dan van die donkere houten typische cafétafels en -stoelen met spijltjes. En dezelfde krukken aan de bar. Als je zo'n kruk verschoof maakte die een scherp snerpend geluid op de zwart-witte gebarsten tegels.
Ik mocht aan de toog zitten bij Pauletje, op een kruk, dan kreeg ik een droge worst (of was het een natte, ik weet het nog steeds niet, maar het was zo'n sauccise-achtig ding) en een cola. Mijn pa stak dan een Gauloise of een Gitane op en heel soms een Johnson of een Groene Michel (hij was niet kieskeurig...) en vroeg een gewone pint.
Pauletje was mijn vriendin, ze had altijd van dat felblauw oogpotlood rond haar ogen. Ze was wat over gezonnebankt, haar decolté was wat diep (maar dat besefte ik pas op veel latere leeftijd) en ze droeg houten slippers met een hakje (elegantie voor alles) die klepperden op de zwart-witte tegels. Ik kreeg van haar van die pins in de vorm van lachende smilies en in allerlei flashy kleurtjes, het was de tijd van Acid House...
Achter de toog was een deur naar de achterkamer. Naast de deur stond een kruk. Die kruk was meestal bezet door Jean'ke. Jean'ke was vaak rood verbrand (Spanje, Benidorm, weet je wel), droeg zijn bonte 80's hemd ver opengeknoopt zodat je de dikke gouden ketting kon bewonderen die het gebrek aan borsthaar moest compenseren. En Jean'ke had, wat we vandaag, een 'pornosnor' noemen (zo een met bakkebaarden). Jean'ke had altijd een stompje sigaret in z'n mond. Jean'ke was een een fijne mens, vond ik als kind toch, want ik kreeg van hem een cola of een zakje chips ... Wel een beetje eenzaam, denk ik nu, aangezien hij er al zat als wij er toe kwamen en er nog zat als we weer vertrokken ... En zijn favoriete liedje was 'Een eigen huis', van René Froger!
Het café was van een brouwerij en die investeerde niet echt veel in behangpapier, chic meubilair, nieuwe vloeren enzo. In die tijd was het de tap die moest lopen: Bollekes Koninck, pilsjes, ... wat Duvels en occasioneel een cola en een droge worst. Maar toen de tand des tijds te hard toesloeg, het vocht te fel op de muren stond en het weinige behang helemaal van de muur deed vallen, moest Pauletje de deuren van de 10 Lindekes sluiten.
De drieband heeft mijn vader destijds nog overgenomen (zonder het massage-bord weliswaar) en bij mijn grootvader in de garage laten zetten, waar mijn beide grootvaders samen 's namiddag een potje biljart speelden. Toen mijn grootvader overleed was er niemand die plek had om de drieband onder te brengen, en hij werd samen met het huis verkocht.
Maar de fijne herinneringen blijven ... want, ik ben blij dat ik dat onbezorgde, we-liggen-niet-te-veel-wakker-van-te-veel-dingen - tijdperk, heb meegemaakt...
En zo komt het dus dat er toch één schlagernummer mis waarbij ik een brok in de keel krijg en uit volle borst meebrul als het passeert. Want dan ruik ik weer die geur van bier, sigaretten, zweet, stof, biljartkrijt en vocht ...
Over het oudste café van Wilrijk: http://delindekes.be/historiek/.
Comments